Het nieuwe Nederlandse kabinet staat intussen een goede maand aan het roer van Nederland. Het Christen-Democratisch Appèl (CDA), de coalitiepartner van oud-premier Mark Rutte, maakt voor het eerst sinds 2017 geen deel uit van de bestuurscoalitie. In de plaats daarvan bestuurt de VVD van partijleider Dilan Yeşilgöz met de PVV van Geert Wilders, het NSC van Pieter Omtzigt (ex-CDA) en de BBB van Caroline Van der Plas.
Het Custodes Instituut sprak met Sjors Verhage, internationaal secretaris en vicevoorzitter van het Christen Democratisch Jongeren Appèl (CDJA), over de politieke toekomst van Nederland en de nieuwe rol van het CDA.
VIKTOR OPSOMER: Sjors, hoe keek u de voorbije maanden naar de coalitievorming?
SJORS VERHAGE: De coalitie die vandaag Nederland bestuurt is democratisch legitiem. Of ze ook goed zal besturen, is een andere vraag.
Op 22 november koos de Nederlander duidelijk voor een strenger migratie- en veiligheidsbeleid. Ook de onvrede over de stikstofkoers, die een halfjaar eerder van de BoerBurgerBeweging de grootste partij in de provincies en daaropvolgend de Eerste Kamer had gemaakt, zinderde na. Deze coalitie tussen de BBB, de PVV, de VVD en het NSC is dan ook geenszins een vreemde coalitie; de regeringspartijen waren door de kiezer op elkaar aangewezen. Dat betekent evenwel niet dat het de volgende jaren smooth sailing wordt.
Gaat u daar wat verder op in?
Allereerst de PVV, die na ruime winst het voortouw nam in de formatie en, traditiegetrouw ook de minister-president mag leveren. NSC en VVD vonden Wilders als premier echter een schande voor de internationale reputatie van Nederland, en hielden het been stijf voor een neutrale premier. Wilders gaf toe.
De VVD kende een moeilijke campagne na het vertrek van Rutte en daarmee een teleurstellende verkiezingsuitslag. De vraag was vooral waar de VVD eigenlijk voor stond, zonder Rutte en na 14 jaar aan de macht te zijn geweest in coalities van verschillende ideologische signatuur. Het NSC van Pieter Omtzigt, voortgekomen uit het CDA, kwam uit het niets met 20 zetels in de Tweede Kamer. Maar Omtzigt en de zijnen waren toch verkozen op standpunten die haaks staan op het verhaal van Wilders. Niet eenvoudig dus om nu een coalitie te smeden. De BBB was mathematisch overbodig in de Tweede Kamer, maar werd mee aan boord genomen mede door haar 16 zetels in de Eerste Kamer. Het resultaat was een bonte mix van partijen die vooral veel aan zichzelf en Nederland te bewijzen hebben.
Volgens Geert Wilders gaat “de zon weer schijnen in Nederland”.
Zo begon Wilders de presentatie van het akkoord, dat klopt. De paradepaardjes van alle partijen waren aanwezig: de PVV krijgt een streng migratiebeleid, het NSC krijgt een constitutioneel hof en een ‘extraparlementair kabinet’: een regering met meer afstand tot het parlement (kernwoord: dualisme), de VVD krijgt een harde aanpak van criminaliteit en de BBB krijgt haar gewenste pas-op-de-plaats inzake stikstof- en klimaatbeleid.
Maar wat zien we als we de balans opmaken: een populistische regering die vooral de boze Nederlander en de onderbuikgevoelens bedient. Hoewel dit democratisch heel goed uit te leggen valt, is het ook de taak van de verkozen partijen om een eerlijk verhaal te vertellen. Een veelgehoorde kritiek van de oppositie, inclusief het CDA, is de haalbaarheid van de plannen. Vele voornemens zijn gebaseerd op crisiswetgeving, nog te onderhandelen uitzonderingsposities op Europese wetgeving en losse financiële onderbouwing.
Hoe positioneert het CDA zich het beste tegenover dit kabinet?
Het CDA zal zich als een betrouwbare en constructieve partij opstellen, maar zich keihard verzetten tegen populistische beleidsmaatregelen. Met schreeuwen en mooie praatjes kun je verkozen worden, maar dat maakt je nog geen goede leider of regierungsfähig.
Het CDA, met Henri Bontenbal aan het roer, zal als oppositiepartij niet nodeloos blokkeren, zoals links per definitie zou doen. Het CDA zal eerder ‘checks and balances‘ in het kwadraat vertegenwoordigen, door te waken voor prudente wetgeving en een houdbaar begrotingsbeleid. Aangezien sommige regeringspartijen ideologisch dichter bij het CDA staan dan bij andere oppositiepartijen, is het een uitgelezen kans om te laten zien wat een fatsoenlijke volkspartij kan doen vanuit het parlement. Ultrascherp op de inhoud, de regering verantwoordelijk houden voor haar nationaal en internationaal beleid, en vooral het landsbelang boven eigen belang vooropstellen – dat zou ik Henri Bontenbal meegeven.
Het CDA moet ook weer op zoek naar zichzelf. Na jaren van onrust en vele politieke leiders in de afgelopen vijf jaar, is de partij eindelijk weer in rustig vaarwater. Dat betekent echter niet dat de partij stil moet gaan zitten. De basis van het CDA is duidelijk en zal ook in de komende tijd onveranderd blijven, maar het CDA moet kiezen voor een duidelijker profiel. Of dat zich uit in een naamsverandering, profilering (zoals sociaalconservatief, volkspartij, centrumrechts etc.) of in track record zullen de komende maanden en jaren uitwijzen. Het CDJA neemt graag deel aan dit debat en zal dat ook blijven doen.
De BBB en het NSC sluiten zich intussen aan bij de EVP, de Europese fractie waar ook het CDA deel van uitmaakt. Hoe kijkt u hiernaar?
Beide partijen komen tot op zekere hoogte voort uit het CDA. Bij hun aantreding bij de Europese parlementsverkiezingen lag het in de lijn der verwachting dat deze partijen zich zouden oriënteren op de EVP-fractie. Zeker ook vanwege de CDA-achtergrond van beide lijsttrekkers: Sander Smit (BBB), voormalig medewerker van CDA-Europarlementariër Annie Schreijer-Pierik, en Dirk Gotink (NSC), voormalig woordvoerder van Manfred Weber. Dat ze uiteindelijk ook echt zijn toegetreden tot de fractie was voor mij dus geen verrassing. De toon die deze partijen aansloegen in de campagne wel.
De BBB was de grote tegenstander van de Europese ‘Green Deal’ en projecteerde Ursula von der Leyen als het gezicht van het kwaad. De lijsttrekker herhaalde zelfs meermaals dat zonder zware afzwakkingen aan de ‘Green Deal’ Von der Leyen niet op steun van de BBB kon rekenen. De NSC voerde vooral een eurosceptische campagne met als slogan “Versterk Europa, beperk Europa”. Of dit een tactiek was om stemmen van de PVV te trekken of dat Dirk Gotink na jaren in het centrum van de macht compleet van koers was veranderd, blijft voor velen een raadsel.
De toetreding van beide partijen aan de fractie is qua stemgewicht een aanwinst voor de EVP. Ik geloof ook niet dat de EVP hiermee een paard van Troje heeft binnengehaald. De verwachting is dat de nieuwe partijen in hun eerste termijn in het Europees Parlement slechts een bijrol gaan spelen en zich netjes zullen houden aan de fractiediscipline van de EVP. Als ze uiteindelijk ook volledig lid willen worden van de EVP, geloof ik dat er nog wel wat extra gesprekken nodig zijn om te zien of de EVP echt de juiste paraplupartij is voor deze twee partijen – de houdbaarheid van deze partijen in de Nederlandse politiek is hierbij ook een overweging.
In jullie tijdschrift ‘Interruptie’ stond eind vorig jaar een pleidooi voor conservatisme in de jeugdpolitiek. Heeft dit tractie binnen de partij?
Binnen een volkspartij, en dus ook binnen haar jeugdorganisatie, is het essentieel om een constant en constructief debat over de koers te voeren. Dit debat draagt bij aan de dynamiek en levendigheid van de partij en zorgt ervoor dat verschillende stromingen binnen de partij gehoord en vertegenwoordigd worden. Binnen het CDJA zien we zowel progressief-sociale als conservatieve standpunten van leden. Wat het CDJA bijzonder maakt, is dat deze diversiteit aan standpunten niet leidt tot uitsluiting, maar juist tot waardevolle discussies.
In de editie van Interruptie van december 2023 heeft voormalig bestuurslid en huidig YEPP-vicevoorzitter Derek Groot een krachtig pleidooi gehouden voor conservatisme binnen de jeugdpolitiek. Hoewel dit pleidooi mogelijk enkele wenkbrauwen heeft doen fronsen, is het stuk overwegend positief ontvangen. Dit laat zien dat er ruimte is voor verschillende visies binnen het CDJA en dat dergelijke bijdragen onze debatten verrijken.
Wat het CDJA nu nog verder zou kunnen versterken, is het proactief aanmoedigen van debat en het mobiliseren van verschillende richtingen binnen de organisatie. De afgelopen jaren heeft het CDA te weinig eenheid naar buiten gepresenteerd, waardoor we misschien zijn vergeten dat interne inhoudelijke discussies geen belemmering hoeven te vormen voor eenheid naar buiten. Een gezonde interne discussie kan juist bijdragen aan een krachtigere en meer samenhangende boodschap.