Lucas Kiebooms is arts, gespecialiseerd in de nucleaire geneeskunde. Hij schrijft vandaag over de abortuspraktijk.
2500 jaar geleden wees Hippocrates in zijn eed abortus af “Ik zal niemand een dodelijk geneesmiddel toedienen, ook niet aan iemand die dit van mij vraagt; zelfs een aanwijzing in die richting zal ik niet verstrekken. Ik zal nooit aan een vrouw een middel toedienen ter vernietiging van ontkiemend leven…. In welk huis ik ook binnentreed, ik zal er alleen binnengaan om de zieken te helpen…”[1]
Door de eeuwen heen zochten vrouwen die ongewenst zwanger waren naar manieren om hun kind te aborteren. In de 20e eeuw zorgden een aantal artsen voor een zogenaamde ‘veilige’ abortus, waarbij ze zowel de wet als de eed van Hippocrates overtraden.
De abortuswet
In 1990 werd abortus de facto gelegaliseerd, zodat de ingreep niet meer vervolgd zou worden als de vrouw zich in een noodtoestand bevindt, en dat onder heel vaag omschreven omstandigheden tot 12 weken zwangerschap. De appreciatie van de arts kan niet worden aangevochten. Zo wenste men deze risicovolle ingreep veilig te maken en het aantal abortussen terug te dringen. Daardoor werd sindsdien niemand meer vervolgd en wordt abortus als een evidente oplossing voor allerhande problemen gezien. Bovendien wordt abortus op 3 euro na door de sociale zekerheid terugbetaald. In 2018 werd deze wet uit het strafrecht in een aparte wet opgenomen.
Momenteel woedt een discussie om abortus verder te vereenvoudigen en zelfs als ‘medische act’ te beschouwen, m.a.w. met een therapeutisch doel. De universiteitsrectoren stellen voor om noodtoestand weg te laten, evenals de bedenktijd van 6 dagen, omdat dit ‘stigmatiserend’ zou zijn, en een arts met gewetensbezwaren te verplichten de patiënte door te verwijzen.
Medisch handelen
De basis van medisch handelen wordt vastgelegd in twee documenten: de patiëntenrechtenwet[2], en 2de International Code of Medical Ethics van de World Medical Association (WMA)[3]. Het adagium is 3“non nocere”, geen schade toebrengen. Het fundament van de ethiek en dus de criteria tot beoordeling kan in essentie worden samengevat als: rechtmatig medisch handelen dient een antwoord te zijn op een “behoefte aan een therapeutisch doel”, ter bevordering van de gezondheid of, indien dat niet meer mogelijk is, lijden te verzachten (“genezen soms, troosten altijd”).
Dit gaat samen met het recht van de zorgbehoevende om vrije toestemming te geven na volledige verstaanbare informatie inclusief alle alternatieven. Medisch handelen grijpt immers in op de ‘integriteit van de menselijke persoon’ zeker in het geval van abortus. De arts kan een ingreep op de integriteit in principe slechts straffeloos uitvoeren op basis van strikte voorwaarden.
Vruchtbaarheid als ziekte
In 1960 werd ‘de pil’ ingevoerd om de cyclus van de vrouw te ‘normaliseren op 28 dagen’. Een fysiologische normale onregelmatigheid werd omgetoverd tot “ziekte” en moest dus “behandeld” worden. Dat de vrouw intussen steriel werd, was mooi meegenomen. De onaanvaardbare dodelijke bloedstollingsincidenten – toen nog bij moeders met kinderen, nu bij jonge meisjes – werden en worden statistisch weggemasseerd. De ideologie van Margaret Sanger (International Planned Parenthood Federation) ‘baas in eigen buik’, werd via het artsenvoorschrift plots reëel. Het verzet van de Katholieke Kerk verstomde want een fysiologische cyclus was nu een ziekte, en artsen handelden volgens ethische beginselen.
Toen dr. Peers in 1973 voor abortus werd vervolgd, werd het verbod op contraceptiepropaganda afgeschaft. Contraceptie (de pil) werd hét middel tegen abortus. Desondanks werd abortus in 1990 gelegaliseerd. Intussen blijkt dat de helft van de abortussen te wijten zijn aan mislukte anticonceptie en stijgt het aantal abortussen met het anticonceptiegebruik. In de dagelijkse praktijk worden bij pilgebruik jaarlijks 8 vrouwen op 100 ongepland zwanger.
Wegens onaanvaardbare bijwerkingen op korte en lange termijn, zoeken vrouwen naar een efficiënt alternatief. De sympto-thermale methode sensiplan® wordt met een faalcijfer van slechts 1,8 in de dagelijkse praktijk door de Wereldgezondheidsorganisatie als zeer betrouwbaar erkend. Toch weigeren artsen en academici deze voor te schrijven en weigert het RIZIV elke terugbetaling.
Een werkelijk geïnformeerde instemming bestaat niet. Artsen bespreken de bijwerkingen van hormonale contraceptiva niet en moedigen zeker niet aan om drie cycli “sensiplan®” als vruchtbaarheidsbewustzijn aan te leren zodat de vrouwen met hun partner kunnen oordelen of dit een verantwoorde mogelijkheid is, zonder risico voor de gezondheid. Een blind geloof in de pil geldt als axioma in de medische wereld. Vruchtbaarheid wordt nog steeds als een ziekte beschouwd.
Abortus als therapie
In de wet van 1990 werd de noodtoestand als prioritair beschouwd en diende de bedenktijd enkel om zeker te zijn dat de vrouw later geen spijt zou krijgen. Door dit weg te laten, wordt abortus vergeleken met het trekken van een rotte tand. Alleen wordt die tand door patiënt en tandarts met meer zorgvuldigheid beoordeeld. Bij abortus wordt immers geen rekening gehouden met de kinderrechten voor het kind dat geboren moet worden, want voor de geboorte is er geen juridisch statuut, ook niet in de Europese wetgeving.
Het gaat hier in feite niet om een therapeutisch doel, maar om een ideologische gestuurde aanvraag.
Het kind wordt in de vroege stadia gedood, hetzij door verhindering van innesteling, hetzij door het mechanisch (op brutale wijze) weg te zuigen. Eens na twaalf weken dreigt een middeleeuws vierendelen van de ledematen, en het verwijderen van de hersenen en het lichaam, al dan niet met narcose voor het kind. De enige en laatste hoop voor het ongeboren kind is dat de moeder op tijd zal beseffen dat haar kind reeds leeft – bijvoorbeeld door een ECHO te tonen – maar dat wordt verboden.
Patiëntenrechtenwet
Mocht abortus als ‘medische act’ worden beschouwd, dan moet de patiëntenrechtenwet worden gerespecteerd en heeft de patiënt recht op alle informatie in duidelijke taal zonder ideologische kleur, om zo vrije toestemming te kunnen geven. De arts moet alle informatie verstrekken, o.a. de contra-indicaties, de nevenwerkingen, de relevante risico’s, de noodzaak aan nazorg, alsook de mogelijke alternatieven. ”In het gesprek met de arts, dat volgens de overeenkomst met het Riziv 30 minuten moet duren, moeten wettelijk alle alternatieven worden besproken, maar volgens LUNA (abortuscentra Vlaanderen) wordt er bij het medisch onderzoek een echo gedaan, de medische voorgeschiedenis besproken en medische vragen over anticonceptie beantwoord. Enkel bij uitgesproken twijfel wordt een extra gesprek voorzien […] Er wordt door de centra zelf aangegeven dat sommige vrouwen onder druk staan om te aborteren, bv door de partner of door ouders. In deze situaties zou een actief doorwijsbeleid moeten bestaan bij de centra naar organisaties die eerder een prolife-visie hebben. Ook deze centra respecteren de keuzevrijheid van de vrouw, maar kunnen de alternatieven meer concreet uitwerken, zodat een vrouw zicht krijgt op haar concrete opties.”[4]
Momenteel wordt de patiëntenrechtenwet niet toegepast en is het de vraag of deze na een eventuele verdere medicalisering van abortus dode letter blijft.
Abortus terugdringen
Relatief daalt het aantal abortussen niet en blijft het al jaren rond 12,5 % van de geboorten hangen. In 2008: 128,296, in 2018: 119 109. Het geboortecijfer stort verder in.
Bij vrouwen onder de 25 jaar is er wel een daling van abortus met 9% (30% in 2018 t.o.v. 39% in 2008). Komt dit door de gratis anticonceptie en het gebruik van het hormonenspiraaltje als langdurige contraceptie, of door het groter aantal allochtonen met strengere seksuele regels? De meest genoemde redenen zijn relationele problemen, en vooral buitenechtelijke seksuele omgang.
Maar ook na een eerste kind wordt een tweede geaborteerd. Is er druk van de man? Is er een gebrek aan voldoende tijd om de normale hechting van het kind met de moeder te verzekeren? Is er een onoplosbaar probleem wegens de arbeidsomstandigheden van de moeder of gebrek aan kwalitatieve oppas voor het kind? Speelt een postnatale depressie een rol? Waarom neemt het aantal dat geaborteerd wordt relatief toe met een stijgend kinderaantal drie, vier, vijf, zes? Het huidige kinderbijslagsysteem nekt deze grote gezinnen en drijft hen regelrecht in de armoede.
Waar gaat het eigenlijk om?
Abortus wordt gezocht om een ongewenste zwangerschap te beëindigen. Deze is meestal het gevolg van seksueel gedrag waarbij geen rekening werd gehouden met de inherente vruchtbaarheid van het koppel. Seksualiteit, vruchtbaarheid en wederzijdse liefde werden immers door anticonceptie losgekoppeld. Daardoor werd de seksuele gemeenschap gebanaliseerd en vindt deze intimiteit steeds vaker buiten het huwelijk, en met verschillende partners, plaats. De seksuele revolutie van de jaren 1960 veroorzaakte een morele ommekeer: partnerruil, echtscheiding, tienerseks, porno… Het werd steeds normaler. Helaas doken ook de gevolgen op: ongewenste zwangerschappen, seksueel overdraagbare infecties, vrouwen- en kinderhandel, suïcides bij tieners…
Abortus is een maatschappelijk en persoonlijk trauma dat via opvoeding kan worden beperkt. Maar de CGSO’s en Sensoa propageren vroegtijdige seksuele ervaringen met het gevolg van een gebrek aan zelfrespect, wat op zijn beurt te wijten is aan onwetendheid. Als meisjes en jongens zich tijdig bewust worden van hun persoonlijke vruchtbaarheid, kunnen ze daar ook bewust mee omgaan. Een natuurlijke omgang met hun vruchtbaarheid werkt emanciperend én is een ideale voorwaarde om een duurzame relatie op te bouwen, waarin elk kind welkom is.
Na decennia afbraak van het gezin, o.a. door de dochterorganisaties van de International Planned Parenthood Federation en hun ideologie van bevolkingscontrole (Margaret Sanger bewonderde de Nazi-bevolkingspolitiek), vrije seks en dergelijke, is het tijd om terug een gezinspolitiek op te zetten, waarbij dialoog en wederzijds respect tussen man en vrouw centraal staan.
[1] https://ordomedic.be/nl/orde/artseneed/eed-hippocrates
[2] https://www.health.belgium.be/sites/default/files/uploads/fields/fpshealth_theme_file/wet_22-08-2002_betreffende_de_rechten_van_de_patient.pdf
[3] https://jamanetwork.com/journals/jama/fullarticle/2797507
[4] Memorandum evaluatiecommissie februari 2020 p. 30 en 36