Op 18 januari verscheen van de hand van oud-ambassadeur Mark Geleyn, adviseur van het Custodes Instituut, op Doorbraak een opiniestuk over de breuklijnen tussen Oost en West.
“De apocalyptische dimensie van mensenleed dat Midden- en Oost-Europa in de twintigste eeuw doormaakten, is West-Europa bespaard gebleven. West-Europeanen zijn zich amper bewust van wat zich in Midden- en Oost-Europa heeft afgespeeld en hoe dat alles nog weegt op de mentaliteit in die landen. In West-Europa is er sowieso weinig empathie voor de Midden-Europese naties, wel een grote mate van neerbuigendheid bij Westerse regeerders tegenover die wirwar van lastige volkeren met hun onmogelijke talen. Op hun beurt hebben Midden-Europese volken rancunes opgekropt omwille van ontgoochelingen uit het verleden.
Die rancunes dateren niet van na 1989, maar gaan een heel stuk in de geschiedenis terug. Keer op keer werden de belangen van landen als Polen, Hongarije en Tsjechoslowakije genegeerd in het voordeel van ‘goede verstandhoudingen’ met de Russische Sovjets. Keer op keer konden ze rekenen op de sympathie en ‘morele steun’, maar keer op keer werden hun protestbewegingen en opstanden zonder tussenkomst van het Westen door de Sovjets gewelddadig in de kiem gesmoord.“
Lees het volledige stuk via deze link.